Boekverfilming: Publieke Werken

Gisteravond heb ik het voorrecht gehad bij de publiekspremière te mogen zijn van een prachtig verhaal, zich deels afspelend in en om Hoogeveen, ooit te boek gesteld door Thomas Rosenboom. Een ogenschijnlijk bloedserieus mens met heerlijk schrijftalent maar op het podium, als ware het een geveinsde tegenstelling tot zijn werk, kort en bondig van stof. Bijna verlegen werden er vragen beantwoord alsof deze vragen zo gesloten waren als de beurs van Dagobert Duck. Albert Jan Vos, interviewer en filmfanaat, verantwoordelijk voor een aantal prachtige bioscopen in de regio waaronder eentje in Hoogeveen, had het er maar moeilijk mee deze avond. Regisseur Joram Lürsen was de directe confrontatie met groot publiek (er past wat in de grote zaal van de Tamboer) naar het zich liet aanzien al heel wat meer gewend en zag men dan ook zichtbaar in zijn element zijn, evenals onze burgervader Karel Loohuis.


Thomas Rosenboom, Joram Lürsen en een deel van de cast
Wij werden in aanloop van de film al rijkelijk voorzien van 'de hoofdletter H', zij het met de nodige Drentse nuchterheid maar zeker niet zonder bedekte trots en gezonde verbeelding van ons als Hoogeveensch volkje. Nieuwsgierigheid en toch ook een zeker verlangen maakte zich van menigeen meester waardoor we vol verwachting, als kinderen zo ongeduldig, het dimmen van de lichten van harte verwelkomden. Achteraf gezien was ik blij dat we ergens in huis nog zo'n foeilelijke nekkraag hadden liggen want mijn broer en ik hebben het geheel van 3-uur-en-een-beetje vanaf rij drie mogen aanschouwen en ja, de mensen op twee-hoog moesten natuurlijk ook zo optimaal mogelijk voor het doek terecht komen. Komende week maar rustig aan doen met die nek.

De avond was trouwens geheel in stijl gebracht, feestelijk en met voldoende natjes, door diverse Hoogeveense organisaties zoals de Hoogeveensche Courant en natuurlijk de bediening van De Tamboer zelf, alwaar wij door een haag van ballonnen verwelkomt werden. Andere sponsoren kwamen veelvuldig voorbij op logo's en in toespraken zodat duidelijk werd dat dit evenement door velen van harte ontvangen is.

Vioolbouwer Walter Vedder en apotheker Christof Anijs, neven
De film is over het algemeen rustig, vrij somber, een verleden schetsend waarin naar ware historie van dit gebied uiteenliggende tijdsspannes samen worden gebracht tot een geloofwaardig maar ook hartroerend geheel. Een arme gemeenschap even buiten Hoogeveen, zonder enig uitzicht op betere tijden (het einde van de turfstekerstijd). Een dorpsapotheker in Hoogeveen met een veel te groot hart, zo het schijnt, heen en weer geslingerd tussen zijn werk (vaak in de mix met liefdadig optreden onder de allerarmsten) en zijn vrouw, duidelijk gevoelig voor het leven in de betere kringen. Een kastenbouwer die zich op vioolbouw en -reparatie heeft toegelegd en een gouden berekening ziet in de verhandeling van zijn woning op de plaats waar al ras een groots hotel zal moeten verschijnen, maar die zich danig verkijkt op zijn positie.

In elke beschreven situatie hierboven schuilen, knap, vervolgens ook nog eens een heel aantal kleine ellendigheden welke zo nu en dan de kop op steken en de toeschouwer duikt steeds verder een bleke lelijke werkelijkheid in waar maar geen einde aan lijkt te komen. Prachtig! Dat is ook een kunst. De toeschouwer te boeien, zelfs als het geheel van het aangebodene in-en-in triest laat zien waar onze samenleving toen, en nu, toe in staat is. Natuurlijk zijn er lichtpuntjes en genieten we met elkaar van fraaie Hollandse tafereeltjes, molens en ophaalbruggen, kanalen en geiten, viezige arbeiders en morsige werktenues. Natuurlijk zijn daar de vruchten van een tomeloze goedheid in mensen, maar nooit zonder hartbrekende tragische scenes waar hoofdpersoon en naasten nog wekenlang ernstige last van gehad moeten hebben.


Nog voor ik goed en wel de bewuste premièreavond inging was ik vooral benieuwd naar de vishal. Het boek van Roosenboom beschrijft in een bijna surrealistische schildering hoe er door Vedder zo nu en dan een visje, verpakt in krant, gekocht werd in deze onwelriekende omgeving alwaar hongerige ooievaars zich een toegang verschaften via nauwe openingen, waarna deze enorme vogels een vluchtroute plachten te vinden in de hogere regionen, maar deze niet vonden en uitgeput ter aarde stortten. De tragiek. Wat een sublieme symbolische weergave van al wat hebberig en kortzichtig door het leven gaat. Ik heb op deze scene zitten wachten en bijna mijn buren verstoord met een luide kreet van herkenning toen er een moment in de film een afgekloven visje in een vettige krant tragisch in beeld gebracht werd. Daar was het! Het zit er in! Niet helemaal, maar toch. Iedereen die het boek kent ziet die hele scene weer haarscherp voor zich. Een geniale verwijzing.

De film is verder in mijn beleving op een aantal punten vrij on-hollands. Daar waar men de liefde bedrijft. Daar waar men zich wanhopig in dramatische omstandigheden ten hemel keert. Daar waar boeiende dialogen gaande zijn. Nergens vind je meer iets terug van de obsceniteit, het gevloek en de ratelende Nederlandse tongval, zoals in zoveel andere Hollandse filmproducties wel het geval is. Maakt het de film daarmee een soft Amerikaans tranentrekkend geheel? Integendeel. Het maakt de film toegankelijk voor iedereen die zonder enige reserves wil kunnen genieten van een prachtverhaal over ons eigen land. Geen documentaire, zoals historicus Albert Metselaar en regisseur Lürsen al even ophelderden in hun gesprek met RTV-Drenthe, maar een meeslepend verhaal, doorspekt van herkenbare elementen uit de historie van Nederland en regio Hoogeveen.

Maar loopt het dan wel goed af? Ga ik met een zwaar hart weer huiswaarts? Verlies ik niet op één avond, zij het dan wel in twee uren i.p.v. de doorsnee anderhalf uur, geheel en al mijn vertrouwen in de mensheid en het leven? Vragen die ongetwijfeld in jullie verontruste brein opdoemen. Wel. Het feit dat ik hier nu zit te typen onder het schemerige licht van een tafellamp terwijl ik ook 'Hart van Nederland' had kunnen kijken (...) op teevee spreekt van het tegendeel daarvan. Meer kan en wil ik hier niet over zeggen. Ga het zelf bekijken. Laat je verrassen. Ik ben zeer benieuwd of ook jij met enige trots en hersteld vertrouwen in de Nederlandse filmindustrie weer huiswaarts zult gaan. Laat het me weten!

Rest ons nu alleen nog de vraag of de trein die we een aantal keren van het zo prachtig nagebouwde Hoogeveens stationnetje weg zien rijden nu eigenlijk wel echt richting Amsterdam koerst of eigenlijk naar Groningen. Moeten we toch nog de boeken in. Albert?!

Update:
Albert Metselaar heeft inderdaad gereageerd, waarvoor dank.
"Beste Harold, ik zou als ik wat van historisch Hoogeveen zou willen weten en zien me maar richten op de historische boeken en vooral op de zo gemiste ansichtkaarten, die hier een prachtig digitaal oud-Hoogeveen hadden kunnen weergeven, en het nergens hebben gedaan. Ik had er geen herkenning mee. Dat station, de omgeving ervan, vergeet het allemaal maar. Das het beste, als je van deze film wilt genieten. Hoogeveen is slechts een etiketje op een literaire wereld, die staat voor alle gemiste kansen en onderdrukten van de samenleving."

Voldaan groet u,

Harold Prost

Reacties

Populaire posts